Share

onbegrepen opjecten

MEER AANDACHT VOOR HET STILLEVEN?

een wereld achter de bekeken objecten

EEN INTRODUCTIE

Binnen de kunstgeschiedenis heeft het stilleven reeds lang zijn sporen verdiend. Hoewel het stilleven, zoals wij dat nu kennen, zijn oorsprong heeft in de 16e en 17e eeuw, zien we in de Romeinse tijd reeds stillevens in de vorm van muurdecoratie in Romeinse villa's. Omdat er, tot de 16e eeuw, geen olieverf werd gebruikt, heeft vrijwel geen werk van romeinse hand de tand des tijds kunnen overleven. Pas toen men ontdekte hoe er verf op oliebasis gemaakt kon worden, zijn we kunnen gaan genieten van het werk uit die tijden.
Vooraf, en ook, tijdens de 16de en 17de eeuw was het weergeven van producten en attributen erg ongebruikelijk. In die tijd had het afbeelden van iets door middel van een schilderij vooral…of eigenlijk alleen maar…een religieus of decoratief doel en werd dit gedaan in de vorm van een fresco op muur of op hout en met gebruik van tempera. Het was zowel een kostbaar als ook een tijdrovend proces.

Vooral de 16de eeuw staan bekend als een welvarende tijd, (gouden eeuw) en er begon een vraag te komen naar manieren om dit welvaren kenbaar te maken naar de omgeving. Zo ontstond de voorloper van het stilleven: de keukentaferelen, schilderijen met volgeladen tafels, uitbundige taferelen van exotisch voedsel en kruiden uit verre oorden. Bij de meeste van deze taferelen waren echter nog mensen betrokken, een schilderij moest een verhaal hebben, een betekenis of in ieder geval een bepaald moraal (plus oordeel) symboliseren. Het belangrijkste verband met het stilleven lag in het feit dat al het voedsel, dat op tafel werd gelegd, netjes was samengesteld. Blijkbaar was er een moment waarop men dacht dat het ook zonder personen kon en de aandacht volledig te vestigen op wat er op de tafels stond. Uiteindelijk werden de keukentaferelen het begin van een verscheidenheid aan nieuwe onderwerpen om te schilderen. De bekendste hiervan werden de pronkstukken, de banketstukken en de fruitstukken. Waar voorheen de kerk, koninklijk huis en regering de opdrachtgevers waren, kwamen nu veel opdrachten van particulieren en vooral de handelaren. Doormiddel van een schilderij wilden men graag laten zien wat ze in huis hadden, dat het leven goed was en dat ze iets hadden om mee te kunnen pronken. En zie…het stilleven was geboren.
In de 16e en 17e eeuw zien we dus de echte start van het stilleven en er ontstaat daarbij een grote verscheidenheid aan onderwerpen. Naast de reeds bestaande pronk en banketstukken zien we nu ook overwinningsstukken, vanitas, bloemstukken en wetenschapsstukken. Het waren de meest productieve tijden voor dit genre.
In het begin van de 19e eeuw werd het stilleven echter weer minder populair. Wellicht kwam dit door de opkomst van de romantiek (stroming binnen de kunst) en later het realisme, waarin het de trend werd om het "echte" leven te laten zien zoals het was of juist een meer geïdealiseerde weergave (romantiek) van datzelfde leven. Wel kende het stilleven een opleving van vooral de bloemstukken als gevolg van de romantiek.
Aan het eind van de 19e eeuw kreeg het stilleven echter een totale make-over door de invloeden van kunstenaars als Cezanne, Picasso en Mondriaan. Door de benadering die zij toepaste ging het stilleven een nieuw tijdperk in. Een tijdperk waarin het gebruikelijke realisme, maatvoering en symboliek een totaal andere betekenis kregen. De aandacht verschoof van het onderwerp naar de ervaring. Dit was in de meeste gevallen de ervaring van de kunstenaar die dit via zijn/haar werk wilde delen. Uiteindelijk bereikte deze stroming zijn hoogtepunt in de jaren tussen 1965 en 2000.

Vandaag de dag heeft het stilleven een nieuw hoogtepunt bereikt en is het een sterk vertegenwoordigd genre binnen de kunstmarkt. Het belangrijkste verschil is echter, hoewel de kunstenaar nog steeds de regisseur is, dat het onderwerp realistischer werd dan ooit tevoren wat doet vermoeden dat het onderwerp ondergeschikt raakt aan het ambacht. Door de opkomst van hyperrealisme en fotorealisme kan men soms nog nauwelijks onderscheiden of het geschilderd of wellicht een foto is.

Maar, waar leidt dit verhaal toe...
Hoewel het stilleven tegenwoordig goed ontvangen wordt door een groeiend publiek, is er nog steeds een groot aantal mensen die niet begrijpt wat er zo bijzonder is aan een stel voorwerpen op een, meestal oude, tafel. Zelfs als het hyperrealistisch is geschilderd...of misschien juist daardoor...ziet de kijker niet waarom een stilleven zo...bijzonder is.
Wanneer ik de workshop stilleven geef, is het altijd een leuk moment om te zien hoe de deelnemers langzaam zich beginnen te realiseren hoe intrigerend en ingenieus het stilleven eigenlijk is. Een stilleven is namelijk niet zomaar een stel objecten op een draagvlak. Het is een weloverwogen, berekende en afgemeten harmonie tussen ruimte en objecten. Maar, laten we eerst kijken wat een 'stilleven' nu eigenlijk betekent in de zin van het woord.
In de 16e eeuw, toen het stilleven een eigen genre werd, waren het voornamelijk de Nederlandse kunstenaars die de trend zetten. Het woord "stil" betekent in dit geval: niet bewegen. Dit 'niet bewegen' ontleent zijn betekenis niet alleen aan de voorwerpen die niet kunnen bewegen, maar…en dit is misschien nog veel relevanter…aan het feit dat er binnen een stilleven geen enkele suggestie van beweging is, of mag zijn. Dit betekent dat zelfs de compositie, het gebruik van lijnen die ontstaan door voorwerpen op een bepaalde manier of in een bepaalde hoek te plaatsen, zonder enige suggestie van beweging binnen het kader moet staan. Met dit in gedachten zou je kunnen zeggen dat het woord stilleven ook verwijst naar stilte in beleving. Hier zien we een overeenkomst met Zen-kunst. De afwezigheid van een hoeveelheid informatie maakt het mogelijk zich te concentreren op de stilte, en dus een helderheid van geest te kunnen ervaren. Hierbij is een niet bewegende omgeving natuurlijk wel handig. Hoewel het stilleven niet hetzelfde doel heeft als zen-kunst, zijn er toch duidelijke overlappingen in opzet en uitwerking.
Het woord "leven" verwijst naar het feit dat, met het assembleren en rangschikken van voorwerpen op een bepaalde manier, er een optisch leven ontstaat. Het verwijst geenszins naar de vraag of het voorwerp al dan niet levend moet zijn. Het schikken, het op zijn plaats zetten van de voorwerpen, is waar de echte magie plaatsvindt.
Een voorbeeld: Objecten worden bijna nooit willekeurig op de tafel gezet. De tafel, of een ander oppervlak, waar alles op wordt geplaatst, is de basis, de drager, van het stilleven. Als je ooit hebt gezien hoe een kunstenaar de voorwerpen rangschikt om een stilleven te beginnen, lijkt het alsof hij ze daar gewoon een beetje neerlegt en op zoek gaat naar een goede match en het dan gaat schilderen. Er is echter meer aan de hand.

In de 16e en 17e eeuw, toen het genre in leven werd geroepen, was het normaal om er eerst een goed onderbouwde studie overheen te gooien voordat men zich gingen specialiseren in stillevens. Dit resulteerde dat ze diverse duidelijke, wiskundige “tools” gebruikte om te zorgen dat het beeld wat ze wilde scheppen perfect gecomposteerd werd. Oftewel een geometrische harmonie na te streven. Als je stillevens uit die tijd goed bekijkt, zie je verschillende overeenkomsten in de aanpak. Zo wordt het gebruik van een enkelvoudige of meervoudige driehoek-compositie vaak gebruikt. Een andere compositie, die vooral veel gebruikt werd voor een fruit- of banketstuk, is de ovale compositie. De driehoeks-compositie geeft een laagdrempelige en harmonische compositie, die de kijker onbewust door het beeld laat bladeren, met een vast focuspunt. De ovale compositie laat de blik van de kijker in cirkels gaan tot hij het midden van het schilderij bereikt. Deze richtlijnen, voor het componeren van een stilleven, doen het best hun werk als de kijker er geen idee van heeft. Je zou kunnen zeggen dat de kunstenaar deze hulpmiddelen gebruikte om de onwetende kijker naar een specifieke manier van kijken te sturen.
Maar, er zijn nog andere middelen om een stilleven te componeren en de kijker te bekoren. Zo wordt er gebruik gemaakt van ritme, herhaling en de hoek van de tafellijn, of horizonlijn, die zich in dit geval vóór de voorwerpen bevindt in plaats van erachter zoals bij een landschap.
Ritme krijgt zijn betekenis door het opnieuw verschijnen van aantallen binnen de cluster van voorwerpen. Zo ontstaat er bijvoorbeeld een ritme door het gebruik van een drie-eenheid die in het stilleven zijn geplaatst (bijvoorbeeld de verloop van klein naar groot dat met verschillende voorwerpen wordt herhaald). Dit ritme wordt door de kijker onbewust herkend. Dit maakt het tevens aangenaam om naar te kijken.
Herhaling krijgt betekenis door het voorwerpen te gebruiken met eenzelfde vorm binnen het cluster, zoals bijvoorbeeld ronde appels of vierkante bakjes. Beide helpen het onbewuste oog om rond te dwalen in de compositie.
Daarnaast is de hoek van de kijker ten opzichte van de tafellijn van groot belang. Wanneer we van bovenaf naar een tafel met voorwerpen kijken, ziet deze er heel anders uit dan wanneer we er vanuit een lager, meer direct standpunt naar kijken. Van bovenaf lijken de voorwerpen meer verspreid, als eilandjes in een veld, terwijl bij een lager kijkpunt de voorwerpen elkaar gaan overlappen. Hoewel de hoek van bovenaf soms wordt gebruikt bij de ovale compositie, zien we dat de frontale (lagere) kijkhoek veel vaker wordt gebruikt binnen dit genre. De reden is dat met het gebruik van de overlapping van objecten je meer diepte creëert en er tevens meer harmonische rust is voor de ogen van de toeschouwer. Elk object vormt dan samen een geheel en gaat een "relatie" aan met de andere objecten, terwijl verspreide objecten op zichzelf lijken te staan zonder verband met de andere objecten.

Het stilleven is dus inderdaad veel meer dan alleen maar wat voorwerpen die op een tafel liggen. Hoewel het nog steeds aankomt op de gratie van de aanschouwer om een stilleven, of welk soort geschilderd tafereel dan ook, in het volst te waarderen, kan er wel gezegd worden dat het stilleven een geheel eigen en vooral gefundeerde wereld heeft waar meer gebeurd dan men in eerste instantie deed/doet vermoeden.